go by
US /ɡoʊ baɪ/
UK /ɡoʊ baɪ/

1.
voorbijgaan, verstrijken
to pass (of time)
:
•
Time seems to go by so quickly when you're having fun.
De tijd lijkt zo snel voorbij te gaan als je plezier hebt.
•
Many years have gone by since we last met.
Vele jaren zijn voorbijgegaan sinds we elkaar voor het laatst ontmoetten.
2.
bekendstaan als, gebruiken
to be known or called by a particular name
:
•
He prefers to go by his middle name, James.
Hij verkiest bekend te staan onder zijn tweede naam, James.
•
What name does she go by?
Welke naam gebruikt ze?
3.
afgaan op, zich houden aan
to follow or be guided by (a rule, principle, or information)
:
•
We should always go by the rules.
We moeten ons altijd houden aan de regels.
•
Don't just go by what he says; check the facts yourself.
Ga niet alleen af op wat hij zegt; controleer de feiten zelf.