glee

US /ɡliː/
UK /ɡliː/
"glee" picture
1.

vreugde, blijdschap, leedvermaak

great delight, especially from someone else's misfortune

:
She clapped her hands with glee when she heard the good news.
Ze klapte in haar handen van vreugde toen ze het goede nieuws hoorde.
He watched with glee as his opponent stumbled.
Hij keek met leedvermaak toe hoe zijn tegenstander struikelde.