enclosed
US /ɪnˈkloʊzd/
UK /ɪnˈkloʊzd/

1.
omsloten, ingesloten
surrounded or closed off on all sides
:
•
The garden was completely enclosed by a high wall.
De tuin was volledig omsloten door een hoge muur.
•
Please keep the animals enclosed for their safety.
Houd de dieren alstublieft opgesloten voor hun veiligheid.
2.
bijgevoegd, ingesloten
placed in an envelope or package along with something else
:
•
Please find the requested documents enclosed.
Gelieve de gevraagde documenten bijgevoegd te vinden.
•
A self-addressed stamped envelope was enclosed for your convenience.
Een gefrankeerde retourenvelop was bijgevoegd voor uw gemak.
1.
bijvoegen, insluiten
to put something in an envelope or package along with something else
:
•
I enclosed a check with my application.
Ik heb een cheque bijgevoegd bij mijn aanvraag.
•
She enclosed a photo of herself in the letter.
Ze voegde een foto van zichzelf bij de brief.