detached

US /dɪˈtætʃt/
UK /dɪˈtætʃt/
"detached" picture
1.

losstaand, afzonderlijk

separate or disconnected, especially from a larger unit or body

:
The garage is detached from the main house.
De garage is losstaand van het hoofdgebouw.
A detached retina is a serious eye condition.
Een losgelaten netvlies is een ernstige oogaandoening.
2.

afstandelijk, objectief, onpartijdig

not influenced by emotions or personal interest; objective

:
He maintained a detached attitude during the negotiations.
Hij behield een afstandelijke houding tijdens de onderhandelingen.
A good journalist should be detached and report facts objectively.
Een goede journalist moet objectief zijn en feiten objectief rapporteren.