confined

US /kənˈfaɪnd/
UK /kənˈfaɪnd/
"confined" picture
1.

beperkt, opgesloten, bekrompen

restricted in area or volume; cramped

:
The prisoners were kept in confined spaces.
De gevangenen werden in beperkte ruimtes gehouden.
He felt confined by the small apartment.
Hij voelde zich opgesloten in het kleine appartement.
2.

gekluisterd, aan huis gebonden, opgesloten

(of a person) restricted to a particular place, especially by illness or disability

:
She was confined to her bed for weeks after the accident.
Ze was wekenlang aan haar bed gekluisterd na het ongeluk.
His illness kept him confined to the house.
Zijn ziekte hield hem aan huis gebonden.