employment

US /ɪmˈplɔɪ.mənt/
UK /ɪmˈplɔɪ.mənt/
"employment" picture
1.

werk, werkgelegenheid

the state of having paid work

:
She is seeking full-time employment.
Ze zoekt voltijds werk.
The company announced new employment opportunities.
Het bedrijf kondigde nieuwe werkgelegenheidskansen aan.
2.

tewerkstelling, aanwerving

the action of employing someone or the state of being employed

:
The factory's continued employment of local residents boosted the economy.
De voortdurende tewerkstelling van lokale bewoners door de fabriek stimuleerde de economie.
The new policy aims to increase employment rates.
Het nieuwe beleid is gericht op het verhogen van de werkgelegenheidscijfers.