ease up

US /iːz ʌp/
UK /iːz ʌp/
"ease up" picture
1.

afnemen, verminderen, ontspannen

to reduce in intensity, degree, or pressure

:
The rain began to ease up after an hour.
De regen begon na een uur af te nemen.
You need to ease up on the gas pedal.
Je moet minder gas geven.
2.

minder streng zijn, versoepelen

to become less strict or demanding

:
The teacher decided to ease up on the homework.
De leraar besloot minder streng te zijn met het huiswerk.
You should ease up on your criticism.
Je moet minder kritisch zijn.