dreadful

US /ˈdred.fəl/
UK /ˈdred.fəl/
"dreadful" picture
1.

vreselijk, afschuwelijk

causing or involving great suffering, fear, or unhappiness; extremely bad or serious

:
•
The news of the accident was dreadful.
Het nieuws van het ongeluk was vreselijk.
•
They suffered dreadful losses in the war.
Ze leden vreselijke verliezen in de oorlog.
:
terriblehorribleawfulfrightfulappalling
2.

verschrikkelijk, afschuwelijk

used to emphasize the extent of something bad

:
•
The weather was dreadful, so we stayed indoors.
Het weer was verschrikkelijk, dus we bleven binnen.
•
I'm a dreadful cook.
Ik ben een vreselijke kok.
:
terribleawfulbadpoorlousy