dominion

US /dəˈmɪn.jən/
UK /dəˈmɪn.jən/
"dominion" picture
1.

heerschappij, soevereiniteit

sovereignty or control

:
The empire extended its dominion over vast territories.
Het rijk breidde zijn heerschappij uit over uitgestrekte gebieden.
Humans have been given dominion over the animals.
Mensen hebben heerschappij gekregen over de dieren.
2.

gebied, invloedssfeer

a territory or sphere of influence

:
The country was once a British dominion.
Het land was ooit een Brits dominium.
He considered the entire forest his personal dominion.
Hij beschouwde het hele bos als zijn persoonlijke domein.