territory

US /ˈter.ə.tɔːr.i/
UK /ˈter.ə.tɔːr.i/
"territory" picture
1.

grondgebied, gebied

an area of land under the jurisdiction of a ruler or state

:
The country expanded its territory through conquest.
Het land breidde zijn grondgebied uit door verovering.
This is disputed territory.
Dit is betwist gebied.
2.

territorium, revier

an area that an animal or group of animals defends and lives in

:
The lion marked its territory.
De leeuw markeerde zijn territorium.
Birds often sing to defend their territory.
Vogels zingen vaak om hun territorium te verdedigen.
3.

gebied, terrein

an area of knowledge or experience

:
That subject is outside my territory of expertise.
Dat onderwerp valt buiten mijn expertisegebied.
She's venturing into new territory with her research.
Ze begeeft zich op nieuw terrein met haar onderzoek.