domesticated

US /dəˈmes.tɪ.keɪ.t̬ɪd/
UK /dəˈmes.tɪ.keɪ.t̬ɪd/
"domesticated" picture
1.

gedomesticeerd, tam

tamed and kept as a pet or on a farm

:
Dogs are domesticated animals.
Honden zijn gedomesticeerde dieren.
Cows have been domesticated for thousands of years.
Koeien zijn al duizenden jaren gedomesticeerd.
2.

huiselijk, gedomesticeerd

fond of home life and household affairs

:
He's become quite domesticated since he got married.
Hij is behoorlijk huiselijk geworden sinds hij getrouwd is.
She enjoys a quiet, domesticated life.
Ze geniet van een rustig, huiselijk leven.