do someone a favor
US /duː ˈsʌm.wʌn ə ˈfeɪ.vər/
UK /duː ˈsʌm.wʌn ə ˈfeɪ.vər/

1.
een plezier doen, een dienst bewijzen
to do something to help someone
:
•
Could you do me a favor and pick up my mail?
Zou je me een plezier kunnen doen en mijn post ophalen?
•
I'll do you a favor this time, but don't expect it again.
Ik zal je deze keer een plezier doen, maar verwacht het niet nog eens.