dislike

US /dɪˈslaɪk/
UK /dɪˈslaɪk/
"dislike" picture
1.

afkeer, hekel

a feeling of not liking something or someone

:
She has a strong dislike for seafood.
Ze heeft een sterke afkeer van zeevruchten.
His dislike of public speaking is well-known.
Zijn afkeer van spreken in het openbaar is algemeen bekend.
1.

niet houden van, afkeer hebben van

to not like something or someone

:
I really dislike waking up early.
Ik houd er echt niet van om vroeg op te staan.
Many people dislike his arrogant attitude.
Veel mensen houden niet van zijn arrogante houding.