dislike
US /dɪˈslaɪk/
UK /dɪˈslaɪk/

1.
afkeer, hekel
a feeling of not liking something or someone
:
•
She has a strong dislike for seafood.
Ze heeft een sterke afkeer van zeevruchten.
•
His dislike of public speaking is well-known.
Zijn afkeer van spreken in het openbaar is algemeen bekend.
1.