converse

US /ˈkɑːn.vɝːs/
UK /ˈkɑːn.vɝːs/
"converse" picture
1.

praten, converseren

engage in conversation

:
They spent hours conversing about their travels.
Ze brachten uren door met praten over hun reizen.
It's important to converse with people from different backgrounds.
Het is belangrijk om te praten met mensen met verschillende achtergronden.
1.

omgekeerde, tegenovergestelde

opposite or reversed

:
The converse is also true.
Het omgekeerde is ook waar.
He argued the converse of her statement.
Hij beargumenteerde het omgekeerde van haar bewering.
1.

omgekeerd, tegenovergesteld

having an opposite or reversed order, relation, or direction

:
The two statements are converse.
De twee uitspraken zijn omgekeerd.
There is a converse relationship between price and demand.
Er is een omgekeerde relatie tussen prijs en vraag.