conglomerate
US /kənˈɡlɑː.mɚ.ət/
UK /kənˈɡlɑː.mɚ.ət/
1.
conglomeraat
a large corporation formed by the merger of separate and diverse firms
:
•
The new conglomerate owns businesses in media, finance, and technology.
Het nieuwe conglomeraat bezit bedrijven in media, financiën en technologie.
•
Many large conglomerates are diversifying their portfolios.
Veel grote conglomeraten diversifiëren hun portefeuilles.
2.
conglomeraat, verzameling, mengsel
a thing consisting of a number of different and distinct parts or items gathered or occurring together; a mass or collection
:
•
The rock was a conglomerate of various minerals.
De rots was een conglomeraat van verschillende mineralen.
•
The city is a conglomerate of different cultures.
De stad is een conglomeraat van verschillende culturen.
1.
conglomeraat, samengesteld, gemengd
consisting of a number of different and distinct parts or items gathered or occurring together
:
•
The artist created a conglomerate sculpture from various discarded materials.
De kunstenaar creëerde een conglomeraat sculptuur uit verschillende afgedankte materialen.
•
The new policy is a conglomerate of ideas from different departments.
Het nieuwe beleid is een conglomeraat van ideeën uit verschillende afdelingen.
1.
conglomereren, samenvoegen, verzamelen
to gather into a compact mass or form a conglomerate
:
•
The small businesses began to conglomerate into larger entities.
De kleine bedrijven begonnen te conglomereren tot grotere entiteiten.
•
Over time, the diverse elements will conglomerate into a cohesive whole.
Na verloop van tijd zullen de diverse elementen conglomereren tot een samenhangend geheel.