Engels-Nederlands Woordenboek

Betekenis van het woord gather in het Nederlands

Wat betekent gather in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

gather

US /ˈɡæð.ɚ/
UK /ˈɡæð.ɚ/
"gather" picture

Werkwoord

1.

verzamelen, bijeenkomen

come together; assemble or accumulate

Voorbeeld:
•
A crowd began to gather outside the building.
Een menigte begon zich buiten het gebouw te verzamelen.
•
She went to gather her belongings.
Ze ging haar spullen verzamelen.
Synoniem:
collectassembleaccumulateamassmuster
2.

opmaken, concluderen

infer or conclude from facts; understand

Voorbeeld:
•
From his silence, I could gather that he was upset.
Uit zijn stilte kon ik opmaken dat hij van streek was.
•
What do you gather from this report?
Wat maak je op uit dit rapport?
Synoniem:
inferdeduceconcludeunderstanddiscern

Zelfstandig Naamwoord

1.

plooi, ruche

a pucker or fold in cloth made by drawing thread through it

Voorbeeld:
•
She sewed a small gather into the sleeve.
Ze naaide een kleine plooi in de mouw.
•
The dress had delicate gathers at the waist.
De jurk had delicate plooien in de taille.
Synoniem:
pleatfoldruffletuck
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord:
gathering