confusion
US /kənˈfjuː.ʒən/
UK /kənˈfjuː.ʒən/

1.
verwarring, verwarrendheid
a state of not being clear about what is happening or what to do
:
•
There was a lot of confusion about the new rules.
Er was veel verwarring over de nieuwe regels.
•
The sudden change caused widespread confusion.
De plotselinge verandering veroorzaakte wijdverspreide verwarring.
2.
verwarring, verwisseling
the act of mistaking one person or thing for another
:
•
There was a confusion between the two similar-looking packages.
Er was een verwarring tussen de twee gelijk uitziende pakketten.
•
The names were so similar that it led to frequent confusion.
De namen waren zo vergelijkbaar dat het vaak tot verwarring leidde.