mistake

US /mɪˈsteɪk/
UK /mɪˈsteɪk/
"mistake" picture
1.

fout, vergissing

an action or judgment that is misguided or wrong

:
•
I made a mistake on the exam.
Ik heb een fout gemaakt op het examen.
•
It was a big mistake to trust him.
Het was een grote fout om hem te vertrouwen.
:
errorblunderfaultslipoversight
1.

verwarren, misverstaan

to be wrong about something

:
•
You mistook my kindness for weakness.
Je verwarde mijn vriendelijkheid met zwakte.
•
I mistook him for his brother.
Ik verwarde hem met zijn broer.
:
misunderstandmisinterpretconfusemix up