confer

US /kənˈfɝː/
UK /kənˈfɝː/
"confer" picture
1.

verlenen, toekennen

grant or bestow (a title, degree, benefit, or right)

:
The university will confer an honorary degree upon the visiting dignitary.
De universiteit zal een eredoctoraat verlenen aan de bezoekende hoogwaardigheidsbekleder.
The new law will confer greater rights on employees.
De nieuwe wet zal werknemers grotere rechten verlenen.
2.

overleggen, beraadslagen

have discussions; exchange opinions

:
He needed to confer with his colleagues before making a decision.
Hij moest overleggen met zijn collega's voordat hij een beslissing nam.
The committee will confer on the proposed changes next week.
De commissie zal volgende week overleggen over de voorgestelde wijzigingen.