committed
US /kəˈmɪt̬.ɪd/
UK /kəˈmɪt̬.ɪd/
1.
toegewijd, gecommitteerd
feeling dedication and loyalty to a cause, activity, or person; wholeheartedly dedicated.
:
•
She is a highly committed teacher.
Zij is een zeer toegewijde lerares.
•
They are committed to improving public services.
Ze zijn toegewijd aan het verbeteren van openbare diensten.
2.
gepleegd, begaan
(of a person) having done something wrong or illegal.
:
•
The crime was committed by an unknown assailant.
De misdaad werd gepleegd door een onbekende aanvaller.
•
He was found guilty of a sexually committed offense.
Hij werd schuldig bevonden aan een seksueel misdrijf.
1.
plegen, begaan
to carry out or perpetrate (a mistake, crime, or immoral act).
:
•
He committed a serious error.
Hij pleegde een ernstige fout.
•
The gang has committed several robberies.
De bende heeft verschillende overvallen gepleegd.
2.
toewijden, verbinden
to pledge or bind (a person or an organization) to a certain course or policy.
:
•
The government is committed to reducing unemployment.
De regering is vastbesloten om de werkloosheid te verminderen.
•
They have committed themselves to a life of service.
Ze hebben zich verbonden aan een leven van dienstbaarheid.