come over

US /kʌm ˈoʊvər/
UK /kʌm ˈoʊvər/
"come over" picture
1.

langskomen, op bezoek komen

to visit someone's house

:
Why don't you come over for dinner tonight?
Waarom kom je vanavond niet langs voor het avondeten?
My friends are going to come over later.
Mijn vrienden komen later langs.
2.

overvallen, overkomen

to be affected by a feeling or sensation

:
A strange feeling came over him.
Een vreemd gevoel overviel hem.
He felt dizzy and a wave of nausea came over him.
Hij voelde zich duizelig en een golf van misselijkheid overviel hem.
3.

overtuigd worden, overgaan

to change one's opinion or allegiance

:
He finally came over to our side after much convincing.
Hij kwam uiteindelijk over naar onze kant na veel overtuiging.
We hope they will come over to our way of thinking.
We hopen dat ze overtuigd zullen worden van onze manier van denken.