come across
US /kʌm əˈkrɔs/
UK /kʌm əˈkrɔs/

1.
tegenkomen, vinden
to find or meet by chance
:
•
I came across an old friend at the market today.
Ik kwam vandaag een oude vriend tegen op de markt.
•
She came across some interesting documents while cleaning the attic.
Ze kwam enkele interessante documenten tegen tijdens het schoonmaken van de zolder.
2.
overkomen, overbrengen
to be understood or perceived in a particular way
:
•
His sincerity came across clearly in his speech.
Zijn oprechtheid kwam duidelijk over in zijn toespraak.
•
She comes across as very confident.
Ze komt over als erg zelfverzekerd.