center

US /ˈsen.t̬ɚ/
UK /ˈsen.t̬ɚ/
"center" picture
1.

midden, centrum

the middle point of something

:
The table is in the center of the room.
De tafel staat in het midden van de kamer.
He hit the target right in the center.
Hij raakte het doel precies in het midden.
2.

centrum, faciliteit

a place where a particular activity or service is concentrated

:
They opened a new shopping center downtown.
Ze openden een nieuw winkelcentrum in het centrum.
The community center offers various programs.
Het gemeenschapscentrum biedt verschillende programma's aan.
1.

centreren, in het midden plaatsen

to place something in the middle

:
Please center the text on the page.
Gelieve de tekst op de pagina te centreren.
He carefully centered the painting on the wall.
Hij centreerde het schilderij zorgvuldig aan de muur.