budge

US /bʌdʒ/
UK /bʌdʒ/
"budge" picture
1.

bewegen, verroeren

make or cause to make the slightest movement

:
The heavy door wouldn't budge.
De zware deur wilde niet bewegen.
He tried to push the rock, but it wouldn't budge.
Hij probeerde de rots te duwen, maar hij wilde niet bewegen.
2.

wijken, toegeven

change an opinion or a position

:
He refused to budge on the issue of salary.
Hij weigerde te wijken over de kwestie van het salaris.
Despite strong arguments, she wouldn't budge from her decision.
Ondanks sterke argumenten wilde ze niet wijken van haar besluit.