beard

US /bɪrd/
UK /bɪrd/
"beard" picture
1.

baard

a growth of hair on the chin and lower cheeks of a man's face

:
He decided to grow a beard for the winter.
Hij besloot een baard te laten groeien voor de winter.
His long, white beard made him look like Santa Claus.
Zijn lange, witte baard deed hem op de Kerstman lijken.
1.

trotseren, uitdagen

to confront or defy (someone) boldly

:
He decided to beard the lion in its den and confront his boss directly.
Hij besloot de leeuw in zijn hol te trotseren en zijn baas direct te confronteren.
She had to beard the critics who questioned her integrity.
Ze moest de critici die haar integriteit in twijfel trokken trotseren.