attend to
US /əˈtend tuː/
UK /əˈtend tuː/

1.
afhandelen, zorgen voor
to deal with something or someone
:
•
I need to attend to some urgent matters.
Ik moet enkele dringende zaken afhandelen.
•
The nurse will attend to your needs shortly.
De verpleegkundige zal zo dadelijk voor uw behoeften zorgen.
2.
aandacht besteden aan, letten op
to pay attention to something or someone
:
•
Please attend to what I'm saying.
Gelieve aandacht te besteden aan wat ik zeg.
•
He failed to attend to the warning signs.
Hij slaagde er niet in aandacht te besteden aan de waarschuwingssignalen.