alignment

US /əˈlaɪn.mənt/
UK /əˈlaɪn.mənt/
"alignment" picture
1.

uitlijning, afstemming

an arrangement in a straight line, or in correct relative positions

:
The planets were in perfect alignment.
De planeten stonden in perfecte uitlijning.
Check the wheel alignment on your car.
Controleer de wieluitlijning van je auto.
2.

overeenstemming, afstemming

a position of agreement or cooperation

:
The two parties found themselves in political alignment.
De twee partijen bevonden zich in politieke overeenstemming.
There was a clear alignment of interests between the companies.
Er was een duidelijke overeenstemming van belangen tussen de bedrijven.