airy

US /ˈer.i/
UK /ˈer.i/
"airy" picture
1.

luchtig, geventileerd

with plenty of fresh air circulating

:
The room was light and airy.
De kamer was licht en luchtig.
We need to find an airy space for the event.
We moeten een luchtige ruimte vinden voor het evenement.
2.

licht, delicaat

light and delicate in appearance or manner

:
Her movements were graceful and airy.
Haar bewegingen waren gracieus en licht.
The ballet dancer had an airy quality to her leaps.
De balletdanseres had een lichte kwaliteit in haar sprongen.
3.

luchtig, oppervlakkig

lacking in seriousness or substance; superficial

:
His airy dismissal of the problem annoyed everyone.
Zijn luchtige afwijzing van het probleem irriteerde iedereen.
She had an airy disregard for the rules.
Ze had een luchtige minachting voor de regels.