acquire

US /əˈkwaɪɚ/
UK /əˈkwaɪɚ/
"acquire" picture
1.

verwerven, verkrijgen, aanschaffen

buy or obtain (an asset or object) for oneself

:
The company decided to acquire a smaller competitor.
Het bedrijf besloot een kleinere concurrent te overnemen.
She managed to acquire all the necessary permits.
Ze slaagde erin alle benodigde vergunningen te verkrijgen.
2.

verwerven, leren, ontwikkelen

learn or develop (a skill, habit, or quality)

:
Children acquire language very quickly.
Kinderen verwerven taal zeer snel.
He acquired a taste for classical music.
Hij kreeg smaak voor klassieke muziek.