accumulate
US /əˈkjuː.mjə.leɪt/
UK /əˈkjuː.mjə.leɪt/

1.
accumuleren, ophopen, verzamelen
gather or acquire an increasing number or quantity of
:
•
Over the years, he accumulated a vast collection of books.
Door de jaren heen verzamelde hij een enorme collectie boeken.
•
Dust and dirt quickly accumulate in an empty house.
Stof en vuil hopen zich snel op in een leeg huis.
2.
accumuleren, toenemen, oplopen
increase in quantity or extent over a period of time
:
•
The evidence against him began to accumulate.
Het bewijs tegen hem begon zich op te hopen.
•
Interest will accumulate on the unpaid balance.
Rente zal accumuleren op het onbetaalde saldo.