worthless

US /ˈwɝːθ.ləs/
UK /ˈwɝːθ.ləs/
"worthless" picture
1.

waardeloos, nutteloos

having no real value or use

:
•
The old car was completely worthless.
De oude auto was volkomen waardeloos.
•
His advice proved to be worthless.
Zijn advies bleek waardeloos te zijn.
:
uselessvaluelesspointlessfutileineffective
:
valuableusefulpreciousworthyimportant
2.

waardeloos, slecht, moreel verwerpelijk

having no good qualities; morally bad

:
•
He felt like a worthless person after making so many mistakes.
Hij voelde zich een waardeloos persoon na zoveel fouten te hebben gemaakt.
•
She called him a worthless liar.
Ze noemde hem een waardeloze leugenaar.
:
despicablecontemptiblevilebasereprehensible
:
honorablevirtuousupstandinggoodmoral