win over
US /wɪn ˈoʊvər/
UK /wɪn ˈoʊvər/

1.
overtuigen, voor zich winnen
to gain the support, confidence, or approval of someone
:
•
He tried to win over the skeptical audience with his passionate speech.
Hij probeerde het sceptische publiek te overtuigen met zijn gepassioneerde toespraak.
•
It took a lot of effort to win her over to our side.
Het kostte veel moeite om haar naar onze kant te krijgen.