wide

US /waɪd/
UK /waɪd/
"wide" picture
1.

breed, wijd

of great or more than average width

:
The river is very wide at this point.
De rivier is op dit punt erg breed.
She wore a hat with a wide brim.
Ze droeg een hoed met een brede rand.
2.

uitgebreid, breed

extending over a large area in many directions

:
The forest stretched for miles, wide and dense.
Het bos strekte zich kilometers ver uit, wijd en dicht.
He has a wide range of interests.
Hij heeft een breed scala aan interesses.
1.

wijd, helemaal

to the fullest extent; completely

:
The door was open wide.
De deur stond wijd open.
He opened his eyes wide in surprise.
Hij opende zijn ogen wijd van verbazing.