voyage
US /ˈvɔɪ.ɪdʒ/
UK /ˈvɔɪ.ɪdʒ/

1.
zeereis, ruimtereis, reis
a long journey involving travel by sea or in space
:
•
The ship embarked on a long voyage across the Atlantic.
Het schip begon aan een lange zeereis over de Atlantische Oceaan.
•
The astronauts prepared for their voyage to Mars.
De astronauten bereidden zich voor op hun reis naar Mars.
1.
reizen, varen, een reis maken
to travel somewhere or make a journey
:
•
They will voyage to distant lands in search of adventure.
Ze zullen naar verre landen reizen op zoek naar avontuur.
•
The explorers planned to voyage through uncharted waters.
De ontdekkingsreizigers waren van plan om door onbekende wateren te reizen.