unsightly
US /ʌnˈsaɪt.li/
UK /ʌnˈsaɪt.li/

1.
lelijk, onaantrekkelijk, onfraai
unpleasant to look at; ugly
:
•
The old abandoned house was an unsightly mess.
Het oude verlaten huis was een lelijke puinhoop.
•
She tried to cover the unsightly stain on her dress.
Ze probeerde de lelijke vlek op haar jurk te bedekken.