grotesque
US /ɡroʊˈtesk/
UK /ɡroʊˈtesk/

1.
grotesk, afzichtelijk, bizar
comically or repulsively ugly or distorted
:
•
The gargoyles on the old cathedral were truly grotesque.
De waterspuwers op de oude kathedraal waren werkelijk grotesk.
•
His face was contorted into a grotesque mask of pain.
Zijn gezicht was verwrongen tot een grotesk masker van pijn.
1.
groteske, misvormd figuur
a comically or repulsively distorted figure, creature, or thing
:
•
The artist specialized in drawing grotesques that were both disturbing and fascinating.
De kunstenaar specialiseerde zich in het tekenen van grotesken die zowel verontrustend als fascinerend waren.
•
The play featured a series of bizarre and unsettling grotesques.
Het toneelstuk bevatte een reeks bizarre en verontrustende grotesken.