unattractive
US /ˌʌn.əˈtræk.tɪv/
UK /ˌʌn.əˈtræk.tɪv/

1.
onaantrekkelijk, lelijk
not pleasing or appealing to the eye or mind
:
•
The old building was quite unattractive.
Het oude gebouw was behoorlijk onaantrekkelijk.
•
His rude behavior made him very unattractive.
Zijn onbeleefde gedrag maakte hem erg onaantrekkelijk.