unlovely
US /ʌnˈlʌv.li/
UK /ʌnˈlʌv.li/

1.
onaantrekkelijk, onlieftallig, onaangenaam
not beautiful or attractive
:
•
The old, abandoned house was an unlovely sight.
Het oude, verlaten huis was een onaantrekkelijk gezicht.
•
His unlovely manners made him unpopular.
Zijn onaangename manieren maakten hem impopulair.