undertake
US /ˌʌn.dɚˈteɪk/
UK /ˌʌn.dɚˈteɪk/
1.
ondernemen, uitvoeren, beginnen aan
to take on or begin (a task or enterprise)
:
•
She decided to undertake the challenging project.
Ze besloot het uitdagende project te ondernemen.
•
The company will undertake a full review of its operations.
Het bedrijf zal een volledige herziening van zijn activiteiten uitvoeren.
2.
garanderen, verzekeren, beweren
to guarantee or affirm (something)
:
•
I can undertake that the work will be completed on time.
Ik kan garanderen dat het werk op tijd klaar zal zijn.
•
He would not undertake to say anything about the future.
Hij wilde niets over de toekomst beweren.