assure

US /əˈʃʊr/
UK /əˈʃʊr/
"assure" picture
1.

verzekeren, garanderen

tell someone something positively to remove doubt

:
I assure you that everything will be fine.
Ik verzeker je dat alles goed komt.
He assured her of his full support.
Hij verzekerde haar van zijn volledige steun.
2.

verzekeren, garanderen

make (something) certain to happen

:
Winning this contract will assure our company's future.
Het winnen van dit contract zal de toekomst van ons bedrijf verzekeren.
Regular exercise can assure good health.
Regelmatige lichaamsbeweging kan een goede gezondheid verzekeren.