Betekenis van het woord trespass in het Nederlands

Wat betekent trespass in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

trespass

US /ˈtres.pæs/
UK /ˈtres.pæs/
"trespass" picture

Werkwoord

1.

binnendringen, overtreden

enter the owner's land or property without permission

Voorbeeld:
The sign clearly states, 'No trespassing.'
Het bord vermeldt duidelijk: 'Verboden toegang.'
He was arrested for trespassing on private property.
Hij werd gearresteerd wegens huisvredebreuk op privéterrein.
2.

overtreding, zonde

(archaic) commit an offense; sin

Voorbeeld:
Forgive us our trespasses, as we forgive those who trespass against us.
Vergeef ons onze overtredingen, zoals wij vergeven wie ons overtreden.

Zelfstandig Naamwoord

1.

huisvredebreuk, overtreding

an act of entering someone's land or property without permission

Voorbeeld:
He was charged with criminal trespass.
Hij werd aangeklaagd wegens criminele huisvredebreuk.
The fence was built to prevent trespass.
Het hek werd gebouwd om overtreding te voorkomen.
2.

overtreding, zonde

(archaic) a sin or offense

Voorbeeld:
Forgive us our trespasses.
Vergeef ons onze overtredingen.
Leer dit woord op Lingoland