misdeed
US /ˌmɪsˈdiːd/
UK /ˌmɪsˈdiːd/

1.
misdaad, wandaad, vergrijp
a bad or illegal act
:
•
He was punished for his past misdeeds.
Hij werd gestraft voor zijn vroegere misdaden.
•
The politician's misdeeds were exposed by the media.
De misdaden van de politicus werden door de media onthuld.