suffering
US /ˈsʌf.ɚ.ɪŋ/
UK /ˈsʌf.ɚ.ɪŋ/
1.
lijden, pijn, ellende
the state of undergoing pain, distress, or hardship
:
•
The war caused immense suffering to the population.
De oorlog veroorzaakte immens lijden bij de bevolking.
•
She dedicated her life to alleviating human suffering.
Ze wijdde haar leven aan het verlichten van menselijk lijden.
1.
lijdend, ondergaand
experiencing pain, distress, or hardship
:
•
He was suffering from a severe headache.
Hij leed aan hevige hoofdpijn.
•
Many businesses are suffering due to the economic downturn.
Veel bedrijven lijden onder de economische neergang.