strong
US /strɑːŋ/
UK /strɑːŋ/

1.
2.
3.
4.
sterk, invloedrijk
having a great deal of influence or authority
:
•
She has a strong voice in the community.
Ze heeft een sterke stem in de gemeenschap.
•
The company has a strong presence in the market.
Het bedrijf heeft een sterke aanwezigheid op de markt.