stalwart
US /ˈstɑːl.wɚt/
UK /ˈstɑːl.wɚt/
1.
standvastig, betrouwbaar, loyaal
loyal, reliable, and hardworking
:
•
He was a stalwart supporter of the team through thick and thin.
Hij was een standvastige supporter van het team door dik en dun.
•
The company relies on its stalwart employees.
Het bedrijf vertrouwt op zijn betrouwbare werknemers.
1.
steunpilaar, trouwe aanhanger, vaste kracht
a loyal, reliable, and hardworking supporter or participant in an organization or team
:
•
He has been a stalwart of the community for decades.
Hij is al decennia lang een steunpilaar van de gemeenschap.
•
The veteran player was a true stalwart for the team.
De ervaren speler was een ware steunpilaar voor het team.