Betekenis van het woord stake in het Nederlands
Wat betekent stake in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
stake
US /steɪk/
UK /steɪk/

Zelfstandig Naamwoord
1.
paal, staak
a strong wooden or metal post with a pointed end, driven into the ground to support a tree, form part of a fence, act as a boundary mark, etc.
Voorbeeld:
•
He drove a stake into the ground to mark the property line.
Hij sloeg een paal in de grond om de eigendomsgrens te markeren.
•
The young tree was supported by a wooden stake.
De jonge boom werd ondersteund door een houten paal.
2.
inzet, risico
a sum of money or something else of value gambled on the outcome of a risky game or venture
Voorbeeld:
•
He put his entire savings at stake in the business venture.
Hij zette al zijn spaargeld op het spel in de zakelijke onderneming.
•
The poker player raised the stake.
De pokerspeler verhoogde de inzet.
3.
belang, aandeel
a share or interest in a business, property, or venture
Voorbeeld:
•
She holds a significant stake in the company.
Zij heeft een aanzienlijk belang in het bedrijf.
•
They bought a controlling stake in the rival firm.
Ze kochten een controlerend belang in het rivaliserende bedrijf.
Werkwoord
1.
afbakenen, vastzetten
to mark or secure with a stake or stakes
Voorbeeld:
•
They will stake out the boundaries of the new park.
Ze zullen de grenzen van het nieuwe park afbakenen.
•
The explorers staked their claim on the newly discovered land.
De ontdekkingsreizigers eisten hun aanspraak op het nieuw ontdekte land.
2.
inzetten, riskeren
to risk (a sum of money or something else of value) on the outcome of a game or venture
Voorbeeld:
•
He decided to stake all his winnings on the next race.
Hij besloot al zijn winsten in te zetten op de volgende race.
•
They were willing to stake their reputations on the success of the project.
Ze waren bereid hun reputatie op het spel te zetten voor het succes van het project.
Leer dit woord op Lingoland