squeeze out
US /skwiːz aʊt/
UK /skwiːz aʊt/

1.
uitknijpen, uitpersen
to extract by pressing or compressing
:
•
She managed to squeeze out the last bit of toothpaste from the tube.
Ze slaagde erin het laatste beetje tandpasta uit de tube te knijpen.
•
He had to squeeze out the water from the sponge.
Hij moest het water uit de spons knijpen.
2.
verdringen, uitstoten
to force someone or something out of a place or position
:
•
The new company tried to squeeze out its competitors by lowering prices.
Het nieuwe bedrijf probeerde zijn concurrenten te verdringen door de prijzen te verlagen.
•
The larger fish will often squeeze out the smaller ones from the best feeding spots.
De grotere vissen zullen de kleinere vaak verdringen van de beste voedselplekken.