spring-cleaning
US /ˈsprɪŋˌkliːnɪŋ/
UK /ˈsprɪŋˌkliːnɪŋ/

1.
voorjaarsschoonmaak, grote schoonmaak
a thorough cleaning of a house or room, typically carried out in spring
:
•
We do a full spring-cleaning every year.
We doen elk jaar een grondige voorjaarsschoonmaak.
•
It's time for some serious spring-cleaning.
Het is tijd voor een serieuze voorjaarsschoonmaak.
2.
opschoning, reorganisatie
a thorough clearing out or reorganization of something, especially to remove unwanted items
:
•
The company is undergoing a major spring-cleaning of its old files.
Het bedrijf ondergaat een grote opschoning van zijn oude bestanden.
•
We need to do some spring-cleaning of our outdated policies.
We moeten onze verouderde beleidsregels eens grondig opschonen.