Betekenis van het woord cleaning in het Nederlands

Wat betekent cleaning in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

cleaning

US /ˈkliː.nɪŋ/
UK /ˈkliː.nɪŋ/
"cleaning" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

schoonmaak, reiniging

the action of making something clean

Voorbeeld:
The house needs a thorough cleaning.
Het huis heeft een grondige schoonmaak nodig.
She spent the whole day on spring cleaning.
Ze bracht de hele dag door met de voorjaarsschoonmaak.

Werkwoord

1.

schoonmakend

the present participle of clean

Voorbeeld:
She is cleaning the windows.
Ze is de ramen aan het schoonmaken.
He spent hours cleaning his car.
Hij bracht uren door met het schoonmaken van zijn auto.

Bijvoeglijk Naamwoord

1.

schoonmaak

used for cleaning

Voorbeeld:
We need some cleaning supplies.
We hebben wat schoonmaakbenodigdheden nodig.
She bought a new cleaning brush.
Ze kocht een nieuwe schoonmaakborstel.
Leer dit woord op Lingoland