spend
US /spend/
UK /spend/

1.
2.
doorbrengen
to pass time in a particular way or in a particular place
:
•
We spent the whole day at the beach.
We hebben de hele dag op het strand doorgebracht.
•
She likes to spend her evenings reading.
Ze brengt haar avonden graag lezend door.
1.
uitgave, besteding
an amount of money spent
:
•
We need to cut down on our weekly spend.
We moeten onze wekelijkse uitgaven verminderen.
•
The company's advertising spend increased last quarter.
De advertentie-uitgaven van het bedrijf zijn vorig kwartaal gestegen.