spend

US /spend/
UK /spend/
"spend" picture
1.

uitgeven, besteden

to use money to buy or pay for something

:
How much did you spend on your new car?
Hoeveel heb je uitgegeven aan je nieuwe auto?
I don't like to spend too much on clothes.
Ik geef niet graag te veel uit aan kleding.
2.

doorbrengen

to pass time in a particular way or in a particular place

:
We spent the whole day at the beach.
We hebben de hele dag op het strand doorgebracht.
She likes to spend her evenings reading.
Ze brengt haar avonden graag lezend door.
1.

uitgave, besteding

an amount of money spent

:
We need to cut down on our weekly spend.
We moeten onze wekelijkse uitgaven verminderen.
The company's advertising spend increased last quarter.
De advertentie-uitgaven van het bedrijf zijn vorig kwartaal gestegen.